De informatieverwerking bij autisme verloopt vaak anders dan bij neurotypische personen, maar waar zit hem dat precies in?

Informatieverwerking bij autisme

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de oorzaak van autisme ligt in een ingewikkelde combinatie van genetische en omgevingsfactoren die elkaar wederzijds beïnvloeden. Dit leidt in veel gevallen tot een andere manier van informatie verwerken dat op cognitief niveau plaatsvindt. Omdat de informatieverwerking bij autisme soms trager verloopt, heeft iemand met autisme vaak even meer tijd nodig om alle binnengekregen informatie goed te verwerken.

Centrale coherentie en oog voor details

Mensen met autisme hebben vaak een sterk detailgerichte waarneming (centrale coherentie). Daardoor kunnen ze moeite hebben om informatie te integreren tot een betekenisvol en samenhangend geheel. Ze merken vaak details op die anderen ontgaan. Als ze veel informatie tegelijk ontvangen, wordt het lastig om overzicht te houden. Informatie moet gefilterd worden. Bij een detailgerichte waarneming kost het veel meer energie en inspanning om uit alle details overzicht op te bouwen. Als dit niet lukt, kan je mind toegespitst zijn om zich te richten op details die in die situatie niet relevant zijn of die het contact kunnen verstoren.

Dingen te letterlijk nemen

Soms komt iemand met autisme tot andere interpretaties dan wat er gezegd wordt. Details worden wel waargenomen, maar de strekking van het verhaal wordt anders begrepen. In de communicatie zie je andere betekenis verlening, doordat informatie vaak te letterlijk wordt waargenomen. Mensen met autisme ondervinden dan ook vaker communicatieproblemen bij autisme. Een pluspunt bij gedetailleerde informatieverwerking is, dat je vaak meer kennis over bepaalde onderwerpen hebt. Je zal dan ook sneller fouten of onvolkomenheden uit informatie halen die andere mensen vaak over het hoofd zien.

Eerlijkheid als grote waarde

Een persoon met autisme kan moeilijk onwaarheden vertellen. Natuurlijk wil je eerlijk zijn, maar soms is het sociaal gezien niet altijd wenselijk om precies te zeggen wat je denkt. Waarbij de gemiddelde mens wel eens een leugentje om bestwil vertelt, is dat voor iemand met autisme heel lastig. De directheid (eerlijkheid) in de sociale communicatie kan voor anderen storend zijn. Vaak wordt dit als ‘kritisch’ ‘te direct’ en ‘te bot’ geïnterpreteerd. Maar ja, jij vindt dat je alleen maar eerlijk bent. Het kunnen verplaatsen in de belevenis van een ander is vaak minder goed aanwezig. Om de brei heen draaien is niet besteed aan iemand met autisme. Informatieverwerking bij autisme verloopt mede door de eerlijkheid en directheid dan ook vaak anders, zeker in de reacties en interacties in gesprekken.

Informatieverwerking en moeite met hoofd- en bijzaken

Een ander probleem dat voorkomt uit de moeite met de informatieverwerking en centrale coherentie, is de moeite om hoofd- en bijzaken te onderscheiden. Dit is nodig om prioriteiten te stellen en je aandacht te richten op wat belangrijk is. Zo kan je je op je werk verliezen in je mails, terwijl je eigenlijk een belangrijk document klaar moet maken. Om oorzaak en gevolg te kunnen overzien, moet je kunnen bedenken wat de voor- en nadelen zijn van alle opties, die vergelijken en een keuze maken. Dit vraagt om samenhangend denken en overzichtelijkheid. Als je dan niet weet wat eerst moet, kan je vastlopen in je denken.

Moeite met plannen en organiseren

Executieve functies is het vermogen om adequaat te reageren op een omgeving die steeds weer verandert. Je hebt dit nodig om taken te kunnen plannen, organiseren en uitvoeren. Een taak bestaat uit vijf stukjes: “wat moet ik doen, waar, hoe, wanneer en met wie”. Als dit duidelijk is, kan je je taak uitvoeren. Als er iets niet duidelijk is, hoe klein ook, kan dit je belemmeren of weerhouden om het te doen. Mensen met autisme hebben continue duidelijkheid, overzichtelijkheid en controle nodig in het uitoefenen van hun taken. Elke verstoring, verandering of adhoc situatie, kan dit proces verstoren. Juist het plannen van taken op langere termijn is qua tijdsindicatie vaak lastig inschatten. Probeer dan maar eens te weten wat je nu moet doen en wat volgende week en de week erna. Dit kan leiden tot overprikkeling bij autisme.

Duidelijkheid in de informatieverwerking

De hele dag is een aaneenschakeling van taken. Als taken dan niet duidelijk zijn of er verandert ineens iets, kan je vastlopen. “Wat moet ik nu doen en wat wordt er van mij verwacht”? Het is lastig om je flexibel op te stellen of nieuwe informatie ineens om te zetten in actie. Zodra een volgende taak duidelijk is en de puzzel weer compleet is, kan je weer grip op je denken krijgen. Tijd die niet nuttig besteed wordt of inhoudsloos is, kan leiden tot wegdromen, zinloze acties of afleiding, maar kan ook leiden tot piekergedrag. Leer jezelf aan steeds duidelijkheid te vragen in elke situatie die niet overzichtelijk voor je is. Kijk uit dat je niet te snel negatieve aannames gaat maken. Dit kan leiden tot negatief doemdenken bij autisme.

Moeite met veranderingen

Veel mensen met autisme hebben moeite met veranderingen. Als je planning of taken ineens worden doorkruist, geeft dat onrust en frustratie. Je wist eerst wat je te wachten stond en dat wordt ineens anders. Eerst moet je weer duidelijkheid hebben voordat je rust hebt. Hoe meer gespannen je bent, hoe moeilijker het is. Het kan om allerlei veranderingen gaan. Een reorganisatie, een andere baan, een andere teamleider, trouwen o.i.d. Ook kleine veranderingen, iemand die te laat komt of een afspraak die ineens niet doorgaat, kunnen je ineens boos maken. Door je vast te houden aan bekende patronen en rituelen, creëer je een soort veiligheid en rust in jezelf. Dit geeft je meer houvast en grip op je leven. Zo kan je informatie ook beter verwerken en hou je de controle over het geheel.

“Informatieverwerking bij autisme loopt vaak anders dan bij neurotypische personen”